“Naar voren. Been. ‘Klik-klik’ Duidelijker been. Harder been. Er gebeurt niets! ‘Klik-klik’ Geef nou eens echt een hulp alsof je het meent. Als je been geeft moet er een reactie komen naar voren, je geeft geen been om in hetzelfde tempo te blijven, dus kom op! ‘Klik-klik’ Doe nu eens alsof je achterna gezeten wordt door een of andere creep!” Zucht “Juist ja, nu zag ik een reactie voorwaarts.”
Waarom heb ik soms het idee als ik les geef dat ik harder aan het werk ben om mijn leerling aan het werk te zetten, te houden en te motiveren, dan dat mijn leerling bezig is om het paard aan het werk te zetten, te houden en te motiveren?
De draf verruimen
“We gaan een oefening rijden om de draf te leren verruimen. Tel eens het aantal passen dat je maakt in een gewone arbeidsdraf tussen de letters M en B; 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20. Oké, wanneer je nu de draf wilt verruimen, moet je dan meer of minder passen maken?”
“Uh, minder.”
“Heel goed, hoe veel minder denk je dat voor jullie op dit moment mogelijk is?”
“Geen idee, 2?”
“Oké, niet heel prestigieus, maar laten we daar beginnen. Volgende lange zijde, ga er voor!”
“1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19″ Dat is er 1tje minder dan net en dan dat je bedacht had. Heb je jezelf nu volledig ingezet?”
“Nee, dat niet.
“Voor hoe veel procent heb je nu wel je best gedaan om die 18 passen te behalen?”
“Nee geen 100%. Ik weet niet, 60% of zo?”
“En wat zou er gebeuren als je je voor de volle 100% in zou zetten?”
“Dan zouden er wel minder passen mogelijk zijn denk ik.”
“Ja, dat denk ik ook. Zullen we er nog eens echt voor gaan? Kom op, je kunt het! Maak er een noodzaak van voor je zelf. Wat je erbij bedenkt maakt me niet uit, of je nu achter na gezeten wordt door een tijger, of de allerlaatste trein moet halen, doe wat nodig is! Kom op!”
“1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17!” Kijk, dat begint er op te lijken! Heb je nu gereden voor wat je waard was?”
“Nee, wel al veel meer, 85% of zo?”
“Waarom dan niet die volle 100%?”
“Omdat ik bang ben dat het dan mis gaat denk ik…”
“En wat is dan het ergste dat er kan gebeuren?”
“Tja, dat hij in galop gaat misschien?”
“En hoe erg zou dat zijn tijdens een training hier thuis?”
“Niet zo heel erg eigenlijk.”
“Nee, dus wat heb je te verliezen?”
“Niets, ik ga nog een keer! Net zo lang tot ik er 5 minder kan, op naar de 15!”
“Zo mag ik het horen!”
Bloedfanatiek
Ik prijs me heel erg gelukkig dat ik een supertoffe club mensen, het Dreamteam, heb die minimaal wekelijks trainen en bloedfanatiek zijn, heerlijk vind ik het om met hen te werken:-)
Alles hoeft echt niet altijd goed te gaan, helemaal niet, ook teleurstelling en frustratie horen er bij, daar praten we over, we lachen er om en trainen weer hard verder.
Maar er zijn ook leerlingen waarbij dat anders gaat. Zij hebben net zulke dromen en doelen en zijn denk ik ook net zo fanatiek, al lijkt dat soms niet zo.
Onzekerheid
Ik denk dat het ergens anders aan ligt, namelijk onzekerheid. De onzekerheid of zij het wel goed doen, geen fouten maken, het paard niet in de weg zitten, wel net zo goed zijn als de rest en te veel in hun hoofd zitten in plaats van gewoon te rijden.
En begrijp me goed, ik ben van mening dat je eerst moet begrijpen wat je doet en waarom. Maar op een gegeven moment moet je, als je de theorie kent, ook gewoon doen. Sterker nog, soms zelfs zonder die informatie helemaal te begrijpen, moet je gewoon doen! Op die manier ervaar je en daar leer je ook heel erg van. Je leert wat er goed gaat, maar ook wat er fout gaat, je leert waar de grens ligt en om deze met kleine stukjes op te rekken. Die van jouw paard, maar ook die van jezelf.
Dus voor die leerling, gooi je angsten en remmingen over boord, vertrouw op jouw instructeur en ga er helemaal voor!
Ik heb in ieder geval veel liever dat ik tegen je moet zeggen: “Ho maar, ik zei een beetje voorwaarts.”
Niet omdat ik er anders moe van word, maar omdat ik weet dat die mentaliteit jou verder brengt in het paardrijden, maar ook in het hele leven. Op jou, ga voor die volle 100%!