In 2008 startte ik mijn bedrijf Equinova in Oude-tonge. Vanaf dat moment waren de paarden niet meer alleen hobbymatig, maar dienden zij ook om te kunnen presteren op wedstrijden en zo als visitekaartje te dienen. In die tijd trainde ik met mijn eigen paarden, toen Equinova’s Kafka en Tzigane bij Laurens van Lieren. Zonder de paarden te kort te willen doen, grapte ik altijd dat dat mijn huis-tuin&keuken paarden waren en er moest een ‘echte’ dressuurtopper bij komen.
Zodoende ging ik een aantal keren met Laurens op stap om paarden uit te proberen bij de Equine Elite veiling. Ik had daar een Ravelnakomeling geprobeerd die ik helemaal fantastisch vond en waar ik mijn zinnen op had gezet, maar helaas was ik natuurlijk niet de enige! Ook was er nog een nummer 2 en 3 op mijn lijstje, maar…
Op de avond van de veiling zaten wij met vrienden aan tafel, allemaal ’rasechte’ fokkers:-) Mensen met verstand van paarden, bloedlijnen, exterieur en bewegen. Want mijn kennis reikte op dat moment nog niet zo heel erg ver. Mijn favoriete paard ging skyhigh en was voor ons niet meer te betalen, de nummers 2 & 3 werden afgeraden aan tafel. Dat was balen!
En toen, in eens -het ging allemaal zo snel- kwam er een 5-jarige Lancet nakomeling de baan in, bloedmooi! En voor ik het wist kreeg ik een foto in mijn handen en werd ik gefeliciteerd met mijn nieuwe paard: Wendel. Een 5 jarige ruin van Lancet x Chronos x Amor. En ik had het hele paard nog nooit gezien!!!
Aan het einde van de veiling mag je de stallen in om bij de paarden te kijken. Ik had Wendel gevonden, liep zijn stal binnen en hij beet me gelijk in mijn d#ond@r! Ik bekeek het paard eens goed en kwam tot de conclusie dat dit niet het juiste paard kon zijn aangezien het paard op de foto 3 witte benen had en het paard in stal slechts 2, daar bleek iets mis gegaan te zijn, maar er werd mij verzekerd dat dit toch echt het juiste paard betrof.
Tja, dat was gek! Toch een nieuw paard. Nog nooit gereden. Bloedmooi. Niet erg blij om mij te zien, aangezien hij direct beet. Heel enthousiast en nieuwsgierig!
Een aantal dagen later hebben wij hem opgehaald, hij heeft toen lekker even de tijd gekregen om te acclimatiseren in zijn nieuwe stal. Ook is het hard werken voor die paarden voor zo een veiling, dus wilde ik hem de tijd gunnen om even bij te komen.
Maar toen wilde ik toch echt met hem aan de slag, ik had tenslotte niet voor niets zo’n plaatje op stal! Dus de stoute schoenen aangetrokken en erop gestapt. Waarschijnlijk had Wendel hetzelfde bedacht en ook zijn stoute schoenen aangetrokken want ik kwam niet vooruit, tenminste, niet of heel erg hard en wanneer ik de teugels wilde opnemen kwam hij loodrecht overeind. Ze zeggen wel eens dat als je het ‘gas erop houdt’ een paard niet zo gek kan doen, nou Wendel wel hoor! Hij kon hard en tegelijkertijd aan alle kanten omhoog en opzij, spinnen zo snel en steigeren zo hoog!
Dat vereiste een andere aanpak. Ik ben toen aan een lang teugeltje gaan rijden, om eerst zijn vertrouwen te winnen. Dit viel ook niet helemaal mee, want hij ging om alles aan de haal en dan zit je ook niet fijn zonder verbinding. Pas na verloop van tijd kreeg ik steeds wat meer vertrouwen en kon ik de teugels langzaamaan steeds meer in verbinding houden. Maar er hoefde maar een speld te vallen en mijnheer was vertrokken!
In die tijd deed ik ook de opleidingen tot Freestyle-instructeur in Deurne. Hierin werkte we veel vanaf de grond; loswerken, grondwerk en dubbele lange lijnen. Hier heb ik dan ook heel veel met Wendel mee getraind om meer respect te krijgen en meer vertrouwen. Met het werken aan de dubbele lange lijnen heb ik kunnen trainen dat wanneer Wendel steigerde ik hem voorwaarts kon krijgen, zonder dat ik bang hoefde te zijn dat ik mezelf zeer zou doen.
Laurens hielp me goed bij het rijden, maar het was een lange weg. Ik startte uiteindelijk thuis een aantal keren L, maar dat was erg wisselvallig, onze protocollen bestonden altijd uit 8en en 2en omdat hij weer helemaal de weg kwijt raakte. Ik ‘durfde’ nooit op vreemd terrein te starten omdat ik hem thuis al niet in bedwang kon houden, laat staan elders met allemaal vreemde en nieuwe dingen! Echter bleek dit later helemaal niet het geval te zijn, want de eerste keer op vreemd terrein was hij eigenlijk hartstikke braaf voor zijn doen. Het leek wel alsof hij het daar spannend vond en hij zich aan mij overgaf, zo van ‘zeg jij het nu maar’. Dat beviel dus goed en zodoende draaiden we de rollen om en startten we buitenaf. We maakten al snel de overgang naar het Z, zodat ik hem wat meer bezig kon houden. Vaak behaalden we in de ene proef net geen verlies en in de andere proef 3 winstpunten.
Langzamerhand ging het allemaal wel steeds beter, maar wat heb ik er vaak met knikkende knieën naast gestaan dat ik er eigenlijk niet meer op durfde. Hij gaf echt het gevoel dat je niets, maar dan ook echt niets, meer te zeggen had. Bloed, zweet en tranen heeft het me gekost. Ik kan me nog goed herinneren dat ik eens thuis startte in het Z en dat Wendel me alle hoeken van de baan liet zien. De tranen rolde over mijn wangen toen ik de baan uit kwam. Ik wilde niet meer, was er klaar mee, hier was niets leuks meer aan op deze manier. Ik deed er alles voor, maar ik kreeg het niet terug betaald. Ik ging naar de binnenbaan en wilde het bijltje er bij neer gooien.
Maar toen kwam in eens het besef dat van al die keren dat Wendel zo achterlijk had gedaan, van alle keren dat ik er bijna naast lag, van al die keren dat ik bang was geweest, Wendel mij er nog nooit had afgegooid. Nog nooit! Talloze keren heb ik om zijn nek gehangen, voor het zadel gelegen, achter het zadel gezeten en ernaast gehangen. Al die keren is hij gestopt. Hij heeft gewacht tot ik weer zat, mijn beugels weer in had en adem kon halen. En dan ging hij vrolijk weer.. Dat wel, maar nooit maakte hij het klusje af en dit was zo makkelijk geweest voor hem. Toen kwam het besef dat het hem daar niet om te doen was, hij was achteraf gezien eigenlijk best zuinig op me. Dat besef, en de woorden van mijn trainer die nog steeds vaak door mijn hoofd gaan: “Wanneer de wanhoop het grootst is, is de oplossing nabij.” maakte dat ik m’n teugels opnam en terug ging de 2e ring in. Het was absoluut geen fraaie proef, maar bij mij was de knop om en dus bij Wendel ook.
Vanaf dat moment was echt bij lange na niet alles koek en ei, maar we vonden onze weg samen, we werden maatjes langzaam maar zeker. Ik kwam tot het besef dat Wendel een uitgesproken houttype is en toen der tijd ook nog in zijn houtfase zat. Een houttype gaat met alles de strijd aan, inclusief zichzelf. Niets is hoog en snel genoeg voor hem en dan moet je een ’suf’ dressuurproefje lopen als stoer houttypje. Ik probeerde er voor te zorgen dat hij zijn energie kwijt kon door bijvoorbeeld met hem te springen en te crossen over het strand en door het bos. Maar ook in de dressuur zijn focus te vragen in meer moeilijke oefeningen zoals werkpirouettes. Alles bij elkaar was voor mij denk ik het meest belangrijke dat hij het niet tegen mij deed. Het zat gewoon in hem en het moest eruit, het was niet persoonlijk.
Daarnaast heeft het mij een vele malen betere ruiter en paardenvrouw gemaakt. Ook heeft hij mij vele inzichten over mijzelf gegeven, zoals dat ik altijd wel op de houttypes val, niet alleen bij paarden…
Wordt vervolgd…